De vraag naar wijnen uit Chili ligt momenteel op een ongelooflijk hoog peil. Dit land is dan ook geografisch uniek, origineel en erg beschermd: 4000 km lang en slechts 100 à 200 km breed. In het noorden ligt de woestijn, in het westen de oceaan, in het zuiden het ijs en de vlakten van Patagonië en ten oosten de bergketens van de Andes.
De wijngaarden, die dateren uit de helft van de 16de eeuw, zijn samengesteld uit de grote Europese druivensoorten, zoals cabernet sauvignon, merlot, sémillon of sauvignon. Sommige stokken zijn "franc de pied" geplant, d.w.z. niet geënt op onderstokken, omdat phylloxera in dit land weinig bedreiging vormde. De wijnbouw is voornamelijk geconcentreerd in de centrale vallei rond Santiago en beslaat bij benadering zo'n 110.000 hectare, hetgeen ongeveer even groot is als het wijnbouwgebied van Bordeaux. De zeldzame druivensoort carmenère, die voorheen aangeplant werd in Bordeaux maar daar geen succes meer kent, zorgt voor een toenemende productie van originele Chileense rode wijnen.